Anna is verliefd

Uit: Anna is verliefd

Parket boenen is hard werken. Eerst wrijft Anna met ijzerkrullen de oude boenwas weg, dan smeert ze de nieuwe op de houten vloer. Ze werkt vlug en slaat hier en daar een plank over. “Anna Vuilpoes!” hoort ze haar moeder zeggen. Dat merkt toch niemand, denkt ze. Er ligt altijd een tapijt overheen. Ze pakt een oude wollen doek, doet haar laarsjes uit en gaat op het doek staan. Ze glijdt en schuift en boent. Haar rug doet pijn, haar handen branden. Ze heeft het warm, verschrikkelijk warm, maar het raam van het salon mag niet open. Dan tocht het, zegt Mevrouw. Naast het salon ligt de muziekkamer. De deur staat op een kier. Zal ze daar een raam opendoen? Plots hoort ze de klik van de vensterknip en een paar tellen later stroomt een golf frisse lucht het salon binnen. Iemand is haar voor geweest. Ze schuift behoedzaam naar de deur en loert door de kier. Frederik zit aan de piano. Zijn gezicht ziet ze niet, wel zijn knieën in een grijze pantalon en zijn handen.
Anna is alleen met Frederik. Anna weet het, Frederik niet. Ze bijt op haar lip van pure opwinding. Frederik begint te spelen. Zijn handen bewegen vlug over de toetsen. Handen met witte slanke vingers. Sta ik hier nu echt Fredeik te begluren van zo dichtbij? denkt Anna en ze gaat een pas achteruit. De muziek zweeft door het salon. Ze voelt de klanken door haar lichaam gaan. Ze spreidt haar armen en laat haar handen hangen. Ze steekt de punt van haar voet naar voren en zet hem voorzichtig op de vloer. Het volgende ogenblik draait ze over het parket. Ze buigt diep en rekt zich dan. De vermoeidheid van het boenen is verdwenen. Frederiks handen dragen de muziek en tillen haar op. Ze wentelt, zweeft, vliegt…