Een draak op de weg

Uit: Een draak op de weg

Ze komen aan bij het zebrapad voor hun school. Tine gaat tussen Sarah en Korneel staan en geeft hun allebei een hand.
‘Goed uitkijken’, zegt ze en ze kijkt eerst naar links en dan naar rechts.
Sarah zegt nog iets over haar nieuwe badpak, maar Korneel luistert niet.
Net als Tine kijkt hij naar rechts. Er komt een man op een motor aangereden. Een zwarte man met een zilveren helm op een zwarte motor. De helm weerkaatst de stralen van de ochtendzon. De man rijdt langs Korneel. Op de motor ziet hij een rode vlam staan. Het geronk van de motor dreunt in zijn buik. Wauw, wat gaat die man snel. Korneel volgt hem met zijn ogen. Ziet hij het goed? De motor rijdt niet meer rechtop. Spetters vuur springen over de weg. Iemand vliegt door de lucht. Banden gieren. Remmen piepen, blijven piepen. Het scherpe lawaai brandt in Korneels oren. Een doffe knal klapt in zijn hoofd. En dan … is het stil.