Fragmenten

De wereld van Kat en Mus Zomer

Uit: 
De wereld van Kat en Mus Zomer

‘Eet je me nooit op?’ vraagt Mus.

Nooit,’ zegt Kat.

Zijn stem beeft.

‘Echt nooit,’ zegt Kat nog eens.

‘Goed dan,’ zegt Mus.

Taart voor Tuur?

Uit: 
Taart voor Tuur?

‘Hoeveel boterhammen ga je eten?’ vraagt de mama van Tuur.
‘Twee,’ antwoordt Tuur. ‘Met smeerkaas.’
Wat haalt Tuur nu weer uit zijn rugzakje? vraagt Lisa zich af. Een markeerstift?
 

Schrift

Uit: 
Schrift

Je computer, een boekrol? Boekrollen, dat zijn de boeken van vroeger, zul je misschien zeggen. Niets is minder waar.

 

Archeologie

Uit: 
Archeologie

Monsters, nee, geen draken of dinosauriërs. Vondsten kunnen erg klein zijn. Zo klein dat je ze nauwelijks ziet. Daarom worden interessante brokken aarde met water gespoeld en gezeefd.
 

Ik blijf gewoon dromen van

Uit: 
Ik blijf gewoon dromen van ...

Ik haal luid en diep adem, zodat ze mijn hart niet zou horen. ‘Heb jij dat ook?’
‘Wat?’
‘Dat je plots aan iets denkt als je muziek hoort. Alsof de noten iets willen zeggen wat woorden niet kunnen vertellen.’

 

Wat ik niet wist van mijn vriendin

Uit: 
Wat ik niet wist van mijn vriendin

‘Ik was gisteravond ziek,’ begint Zoë als we naar huis lopen. ‘En vanochtend heb ik me verslapen.’
‘Ja,’ zeg ik. Ik durf haar niet te vragen of dat wel waar is.
‘Vanochtend voelde ik me nog altijd niet lekker. Vandaar dat ik die toets niet kon. Dat heb ik daarnet ook aan de juf gezegd.’ Zoë zegt het erg luid. Alsof ze zeker wil zijn dat ik het goed hoor.
 

Het koffertje

Uit: 
Het koffertje

Xander wachtte. Intussen voelde hij de koffer tussen zijn kuiten. Onwillekeurig gingen zijn gedachten weer naar de stadswacht. Die man had gelijk. Dit was geen koffer voor een jongen zoals hij. 

Een speciale brief

Uit: 
Een speciale brief

Thomas zit bij het raam. Op zijn tafel staat een schrijfmachine. Een speciale schrijfmachine. Thomas kan geen letters en cijfers zien, zoals ziende mensen. Thomas leest braille.

Brand

Uit: 
Brand

Hier zitten we dan, met z’n vieren in een hotelkamer. Mama, papa, Kobe en ik. We zijn hier plots, ineens, zomaar, helemaal onverwacht. We hebben niet eens koffers mee. Want we hebben immers niets meer. Je weet wat er gebeurd is. Mama heeft je net gebeld. Ik wilde je ook nog iets zeggen. Maar er was geen tijd meer ...

 

Een draak op de weg

Uit: 
Een draak op de weg

Ze komen aan bij het zebrapad voor hun school. Tine gaat tussen Sarah en Korneel staan en geeft hun allebei een hand.
‘Goed uitkijken’, zegt ze en ze kijkt eerst naar links en dan naar rechts.
 

Pagina's

Nieuwe boeken