Hier zitten we dan, met z’n vieren in een hotelkamer. Mama, papa, Kobe en ik. We zijn hier plots, ineens, zomaar, helemaal onverwacht. We hebben niet eens koffers mee. Want we hebben immers niets meer. Je weet wat er gebeurd is. Mama heeft je net gebeld. Ik wilde je ook nog iets zeggen. Maar er was geen tijd meer ...